Beelden rennende Greyhound


Bochten vertragen, dat weet elke professionele sprinter. En hoe scherper de bocht, hoe groter dat effect is.
Dat was overduidelijk te zien aan de uitslag van de wereldkampioenschappen 200 meter indoor voor mannen, vorig jaar gehouden in Boedapest.
Bij het parcours vindt geen baanwissel plaats. Elke deelnemer blijft tijdens de race in de baan waarin hij van start gaat. En wat bleek?
De einduitslag van de race was precies omgekeerd aan de baannummers.
Marcin Urbas in de binnenbaan, baan 1 eindigde op de laatste plaats.
Dominic Demeritte in baan 6, de buitenste baan, ging er met de gouden plak van door.

Het vertragende effect van een bocht wordt veroorzaakt doordat de contacttijd van de voeten met de vloer langer is dan op het rechte stuk.
In een bocht ben je zwaarder, doordat niet alleen de zwaartekracht, maar ook de middelpuntzoekende kracht aan je lichaam trekt.
Door je voeten langer aan de grond te houden, compenseer je die extra kracht.
Gevolg daarvan is wel dat je minder stappen per minuut kunt maken, en uiteindelijk dus vertraagt.

Windhonden hebben dat probleem anders opgelost, schrijven James Usherwood en Alan Wilson in Nature.
Ze analyseerden de videobeelden die met een hogesnelheidscamera gemaakt waren van veertig windhonden.
Opgejut door een mechanische 'haas', legden die een parcours af met rechte stukken en scherpe bochten.
De windhonden bleken in de bochten nauwelijks te vertragen.
De truc die ze daarbij gebruiken is het ontkoppelen van aandrijving en krachtopvang.
Met hun voorpoten vangen ze de extra krachten op, die in de bocht tot wel 60 procent groter kunnen zijn, terwijl hun achterpoten ongehinderd kracht kunnen blijven leveren.
De contacttijd van de poten met de grond nam dan ook niet toe, zoals bij atleten wel het geval is, en daardoor verminderden de honden in de bochten ook geen vaart.

Klik op onderstaande links voor volgende beelden:




Ten slotte nog een stukje uit de 'Oriëntatie' van de NVOW, met beelden van de start van een Greyhound.

RACEBEESTEN RENNEN ZICH BIJNA OMVER

Hoe hard kan een dier op vier poten snelheid maken?
Dat ligt niet alleen aan zijn spierkracht, maar ook aan de vraag of hij weet te voorkomen dat zijn poten onder z'n lijf vandaan rennen.

Als een motorrijder te hard optrekt, gaat zijn voorkant de lucht in en kan hij zelfs achteroverklappen. Speelt dat probleem ook een rol als viervoeters zich met hun achterpoten afzetten, vroegen bewegingswetenschappers van The Royal Veterinary College in Londen zich af.

Ze deden metingen aan de lichaamsbouw van hazewindhonden en polopony's, waaruit ze berekenden bij welke versnelling de dieren zichzelf voorbij zouden rennen. Vervolgens gingen ze daadwerkelijk de snelheid meten van tien keer op keer startende honden en vijf pony's.

En inderdaad: bij lage snelheden bleken de versnellingen van de snelste starters net niet boven de berekende grens uit te komen.

Een hazewindhond kán niet harder versnellen dan 10 meter per seconde, want als hij daar bovenuit probeert te komen, begint z'n lijf omhoog te komen, zodat zijn voorpoten de grond niet meer raken. Een pony heeft naar verhouding langere poten, dus een hoger zwaartepunt, en komt daardoor niet verder dan 5,5.

Toch blijft het indrukwekkend wat de hazewindhonden kunnen: binnen zes stappen gaan ze van nul naar 70 kilometer per uur.