Tricuspidalisklep dysplasie



Ook wij hebben een hond met deze ziekte. Flynn. Eerst was er een ruisje te horen (31-05-2010), wat later een sterke ruis (04-03-2011).
Nu hebben we eerder een ruisje gehad bij een hond (Laziz el Charnak), maar deze werd met 15 jaar één van onze oudste honden. Met de arts hebben we afgesproken om een doppler-ultrasound te laten plaatsvinden. Hieruit is gebleken dat er vrijwel GEEN tricuspidalisklep aanwezig is.
Flynn zal niet lang bij ons zijn. De fokkers van de (ouders-)reu en teef zijn op de hoogte...



Wat is tricuspidalisklep dysplasie?
Het hondenhart is, net als het menselijk hart, verdeeld in twee helften. De rechterkant van het hart krijgt zuurstofarm bloed uit de weefsels van het lichaam en pompt dit bloed in de longen via de longslagader. Nadat er in de longen weer zuurstof bij is gekomen, gaat het bloed via de longaders terug naar de linkerkant van het hart, waar het dan weer in het lichaam gepompt wordt door middel van de aorta. De bovenste kamer, genaamd het atrium (boezem), ontvangt het bloed om vervolgens naar de hartkamer te gaan, de ventrikel. De hartkamer pompt het bloed naar zijn bestemming. Om te voorkomen dat het bloed terugstroomd uit de kamer naar de boezem, is het hart voorzien van kleppen die het bloed te laten vloeien in slechts één richting. Er zijn twee atrioventriculaire (AV) kleppen tussen de boezems en de ventrikels: de tricuspidalisklep, welke ligt tussen de rechterboezem en de rechterkamer en de mitralisklep, die ligt tussen het linkerboezem en linkerkamer. Misvorming (dysplasie) van de rechter tricuspidalisklep is er de oorzaak van dat bloed terugstroom in de rechterboezem. Er kan ook een vernauwing (stenose) zijn van de klep.
Door de dysplasie van deze klep, zal het hart minder efficiënt werken.

Is tricuspidalis dysplasie erfelijk?
De wijze van vererving is niet duidelijk. Een Nederlandse arts zegt van niet, en de onlangs (dec 2012) bezochte Duitse cardioloog zegt dat het wel erfelijk is.

Wat betekent tricuspidalis dysplasie voor de hond?
Vaak leven de honden al enkele jaren zonder aanwezigheid van hart-en vaatziekten. Honden met een grotere mate van terugvloeïng van bloed(regurgitatie) en/of stenose van de defecte klep, zal zich ontwikkelen tot hartfalen. Verschijnselen kunnen zijn: koude ledematen en een opgezwollen buik als gevolg van een vergrote lever of een ophoping van vocht. De hond kan ook een verminderde tolerantie krijgen en kunnen flauwvallen of ineenstorten als gevolg van hartritmestoornissen.

Hoe wordt tricuspidalis dysplasie vastgesteld?
De dierenarts kan een hartruis waarnemen, lang voordat uw hond tekenen vertoont van een tricuspidalis dysplasie. Nader onderzoek met röntgenfoto's, elektrocardiogram of doppler-ultrasound kunnen een aantal veranderingen aantonen die optreden als het hart harder werkt om de ontoereikendheid te compenseren van de tricuspidalisklep. Een verandering die kan worden gezien is de vergroting van de rechterkant van het hart en hartritmestoornissen.

Hoe wordt tricuspidalis dysplasie behandeld?
Als de symptomen zich voordoen, kan de dierenarts verschillende medische behandelingen aanraden om het leven te vergemakkelijken van de hond. Afhankelijk van het stadium van hart-en vaatziekten, kan een speciaal natrium-beperkt dieet, beperking van de lichaamsbeweging en diuretica (plasmiddelen) helpen om de vochtophoping te verminderen, en medicatie om het hart te ondersteunen. De defecte klep zelf kan op dit moment helaas niet operatief worden vervangen. Overleven van de hond is afhankelijk van de mate waarin de functie van de klep is aangetast. Hoe ernstiger de aandoening, hoe groter de hoeveelheid bloed terug vloeit en daarmee de daaruit voortvloeiende vergroting van de rechterkant van het hart. Verrassend genoeg echter tonen veel honden met een ernstige vorm geen symptomen met betrekking tot hartfalen. De behandeling is beperkt tot het controleren van symptomen aan het falend hart.

Advies voor fokkers.
Aangetaste honden en hun ouders mogen niet (meer) worden gebruikt voor het fokprogramma.
Broers en zussen mogen alleen worden gebruikt na zorgvuldige screening.

Een obstakel is, dat klinische symptomen m.b.t. tricuspidalisklep soms niet kenbaar zijn nadat een hond de leeftijd heeft bereikt voor het fokken. Maar een hartruis kan vaak lang van tevoren worden opgespoord. Fokkers worden aangemoedigd om volwassen jonge honden gecertificeerd vrij van geruis te kiezen voor de fokkerij.