Controleren gebit

Bij de hond vormt zich vroeger of later het zogenaamde tandsteen. Dit is een bruine neerslag van voedselresten, kalkzouten, bacteriën en speeksel op (vooral de wangzijde van) tanden en kiezen. Deze harde korst kan soms de tanden en kiezen helemaal bedekken. Tandsteen drukt tegen het tandvlees aan, waardoor dit weggedrukt wordt en tand- en kieswortels voor een deel bloot komen te liggen. Door bacteriën, die samen met voedselresten op deze plaatsen aanwezig zijn, raakt het tandvlees ontstoken (= een rood randje op de overgang van tand - tandvlees). 

Naarmate de ontsteking verergert gaat de tand of kies losser zitten. Losse tanden en kiezen doen pijn bij het eten. Tevens en - soms is dit het enige dat wordt waargenomen - gaat het dier uit de bek stinken. In de ruimte tussen het tandvlees en de tand of kies kan zich pus vormen. Bacteriën uit deze abcesjes in de bek kunnen met de bloedstroom meegevoerd worden en elders in het lichaam (bijvoorbeeld in het hart, de longen, nieren of lever) een ernstige ontsteking veroorzaken.
Als een abces aan de wortelpunt van de kies of tand ontstaat, kan deze in de bovenkaak leiden tot een fistel naar de neusholte en in de onderkaak tot een fractuur (= botbreuk) in de onderkaak.

Wat te doen bij tandvleesontsteking?

De dierenarts kan het gebit schoonmaken. Dit gebeurt meestal onder algehele verdoving. Indien nodig kan aansluitend antibioticum worden gegeven.

Hoe tandvleesontsteking voorkomen?

Bij de hond twee maal per week de tanden en kiezen aan de wangzijde poetsen met een zachte tandenborstel en water of bouillon. De gewone tandpasta voor de mens heeft een te scherpe smaak.

Honden die een zachte voeding krijgen, ontwikkelen sneller tandsteen dan dieren, die regelmatig hard voer (droge brokken) eten.

Honden laten knagen aan een groot hard gekookt bot (geen kippenboutjes of karbonaden) of op een kauwbot gemaakt van runderhuid.

Tandvleesontsteking kan worden voorkomen door plak en tandsteen bij de hond regelmatig te laten verwijderen door de trimster of de dierenarts. Indien het dier gewend is zijn bek te laten inspecteren en meewerkt, is geen algehele verdoving nodig.