Door teken overgebrachte ziekten

Honden, die naar het buitenland worden meegenomen, kunnen door teken een groot aantal ernstige ziekten oplopen die voor onze honden zelfs dodelijk kunnen zijn. In principe kunnen katten deze ziekten ook krijgen, maar het wordt veel minder vaak vastgesteld. Misschien speelt hierbij een rol dat met katten minder gereisd wordt dan met honden of dat katten minder gevoelig zijn voor deze ziekten.
Dit onderwerp wordt beperkt tot de in Europa door teken overgedragen ziekten die een bedreiging vormen voor onze hond.

Welke ziekten kunnen door teken in Europa worden overgedragen op de hond en wat zijn de ziekteverschijnselen?

Borreliose ofwel de ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door een bacterie, die door de teek Ixodes ricinus wordt overgebracht. Deze teek komt in heel Europa voor en dus ook in Nederland.
De ziekte van Lyme veroorzaakt meestal geen klachten. Een enkele keer geeft het koorts met gezwollen pijnlijke gewrichten.

Babesiose ofwel Piroplasmose wordt veroorzaakt door een protozoaire bloedparasiet Babesia, die door teken in landen in en rond het Middellandse Zeegebied, Portugal, Duitsland, de Balkanlanden, Afrika, Azië en delen van de USA wordt overgebracht.
Bij de hond zijn verschillende Babesiavormen beschreven, die door verschillende soorten teken worden overgedragen.
Ziekteverschijnselen kunnen 1 tot 21 dagen na de infectie optreden; variërend van alleen lusteloosheid en niet eten tot hoge koorts, versnelde ademhaling, bloedarmoede, bloed plassen, geelzucht, agressief gedrag, cirkelbewegingen en verlammingen. Zonder behandeling sterven de meeste honden. Overlevenden blijven drager (soms voor jaren) en ontwikkelen meestal voldoende bescherming tegen herbesmetting. Als er onvoldoende afweer is, keren de ziekteverschijnselen weer terug.

Ehrlichiose kan wereldwijd door verschillende soorten bacteriën, die door teken worden overgebracht, worden veroorzaakt.
De belangrijkste soorten bacteriën die Ehrlichiose kunnen veroorzaken zijn: Ehrlichia canis, Anaplasma (Ehrlichia) platys en Anaplasma phagocytophilum. Hoewel de ziekteverschijnselen sterk overeenkomen, onderscheiden de bacteriën zich in de mate waarin ze ziekteverwekkend zijn en de gebieden waarin ze voorkomen. Ook worden de verschillende soorten bacteriën door verschillende soorten teken overgebracht
De ziekte die veroorzaakt wordt door Ehrlicha canis verloopt meestal in meerdere fasen. De volgende ziekteverschijnselen kunnen 7 tot 21 dagen na de infectie te zien zijn: koorts, verminderde eetlust, puntbloedingen, neusbloedingen en vergrootte lymfeknopen. Indien de ziekte in deze fase niet herkend en behandeld wordt, dan volgt de subklinische fase die maanden tot jaren kan duren. Daarna volgt de chronische fase met ziekteverschijnselen die variëren van mild tot levensbedreigend. De volgende ziekteverschijnselen kunnen optreden: lusteloosheid, gewichtsverlies, spontane bloedingen, bloedarmoede, onderhuidse vochtophopingen, neurologische verschijnselen, oogaandoeningen en bloedvergiftiging. De tekensoorten die E. canis overbrengen vindt men voornamelijk in tropische en subtropische gebieden zoals Zuid-Europa, maar de laatste jaren lijkt de verspreiding zich ook verder naar het noorden te verplaatsen.
De ziekte die veroorzaakt wordt door Anaplasma (Ehrlichia) platys geeft over het algemeen minder ernstige ziekteverschijnselen en als ze er zijn, zijn dat vaak cyclische koortspieken samen met lusteloosheid en verminderde eetlust. De ziekte komt in dezelfde gebieden voor als die veroorzaakt wordt Ehrlichia canis.
De ziekte die veroorzaakt wordt door Anaplasma phagocytophilum komt voornamelijk voor in Noord-Europa (Scandinavië en Zwitserland). De ziekteverschijnselen kunnen zeer verschillend zijn, de meest voorkomende zijn: koorts, lusteloosheid, verminderde eetlust, gewrichtsontsteking en neurologische verschijnselen.

Hepatozoönose worden veroorzaakt door een parasiet, die bij teken in Zuid-Europa, Azië, Midden-Oosten en Afrika voorkomen.
Hepatozoönose verloopt in vele gevallen zonder ziekteverschijnselen. Toch kunnen de honden soms koorts, lusteloosheid, vermageren, bloedarmoede, een pijnlijke gang of long-, lever- of nierontsteking vertonen. In een aantal gevallen eindigt de infectie na weken of zelfs maanden met de dood.

Jonge dieren en sommige hondenrassen zijn gevoeliger voor het krijgen van de ziekteverschijnselen van Babesiose en Ehrlichiose.

Kunnen deze ziekten worden voorkomen?
In Duitsland, Frankrijk en de V.S. is een vaccin tegen de ziekte van Lyme.
Er is een kostbaar vaccin tegen de Babesiose vorm, die in Europa voorkomt. De preventieve inenting leidt alleen tot een vermindering van de ernst van de ziekteverschijnselen, maar kan de besmetting niet voorkomen. Een enkele keer kan een hond zelfs ziek worden van deze vaccinatie, vooral honden jonger dan 5 maanden oud.
Voor vertrek de hond een injectie geven met het medicijn dat gebruikt wordt voor de behandeling van Babesiose en Hepatozoönose geeft onvoldoende bescherming.
Tijdens het verblijf in het buitenland uw hond een speciaal antibioticum tegen Ehrlichiose geven, zorgt dat de hond dan niet ziek wordt tijdens die periode, maar kan niet voorkomen dat de hond besmet raakt en in een later stadium alsnog ziek wordt.
De beste preventie is uw hond niet meenemen naar het buitenland en anders een goede tekenbestrijding.
De meeste ziekten worden op de hond overgebracht door een beet van de teek.
Bij de ziekte Hepatozoönose wordt de hond besmet door het opeten van een teek.

Hoe een besmetting met teken voorkomen?

Om te voorkomen dat uw hond in het buitenland teken krijgt, raden wij u het volgende aan:

  • De Scalibor® Protectorband in combinatie met de Frontline® spray te gebruiken.
    De tekenband 3 weken voor vertrek bij de hond om doen en uw hond om de 3 weken met de Frontline® spray behandelen. De Frontline® spray werkt niet alleen tegen teken maar ook tegen vlooien. Wij hebben de ervaring dat de spray van Frontline® beter tegen teken werkzaam is dan de Spot-on vorm van Frontline®.

Er bestaat echter geen middel dat 100% bescherming tegen alle tekensoorten geeft. Neem in ieder geval contact op met de dierenarts. Daarom dagelijks uw hond op teken inspecteren, waarbij vooral gelet moet worden op relatief kleine teken.
In Nederland is vooral van belang de schapenteek Ixodes ricinus, die de ziekte van Lyme overbrengt. De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi en geeft bij honden meestal geen tot weinig klachten. Daarom adviseert onze kliniek voor de honden, die niet naar het buitenland gaan, alleen dagelijks op de aanwezigheid van teken te controleren (aftasten).


Hoe teken op de juiste verwijderen?
Verwijder teken altijd zo snel mogelijk. Een mogelijke besmetting vindt namelijk 24 tot 48 uur na aanhechten plaats.
Teken die behandeld zijn met benzine, nagellak, spiritus, alcohol of een gloeiende lucifer laten niet vanzelf los en zijn daarna ook niet gemakkelijk te verwijderen. De teek kan zelfs van schrik juist de eventueel geïnfecteerde maaginhoud in het wondje lozen.
Met een pincent of tussen duim en wijsvinger de teek rustig in één richting ronddraaien totdat deze vanzelf loslaat, dus niet lostrekken. Er zijn ook speciale tekenpincetten te koop.
Na het succesvol verwijderen van de teek met kop eventueel het wondje ontsmetten met een ontsmettingsmiddel. Toch kan gedurende enige tijd een verdikking en ontsteking van de huid optreden die na enkele weken vanzelf verdwijnt.

Kunnen honden babesiose nu ook in Nederland oplopen?

Dit naar aanleiding van een tiental gevallen van babesiose bij honden in maart en begin april 2004 in de regio's Den haag en Arnhem. Deze honden waren nooit eerder in het buitenland geweest.
Babesiose wordt veroorzaakt door de protozoaire bloedparasiet Babesia, die overgedragen wordt door onder anderen de Dermacentor teken.
Deze tekensoort kwam tot nu toe niet in Nederland voor. De Dermacentor teken leven in warme tot gematigde streken. In Europa reikte tot voor kort hun verspreidingsgebied van landen rond het Middellandse Zeegebied tot in Zuid-Engeland, Zuid-België en Midden-Duitsland.
Uit onderzoek (in 2006) is echter gebleken dat de koeienteek Dermacentor reticulatus zich nu permanent in Nederland heeft gevestigd. Dus onze honden kunnen in principe nu ook in Nederland door teken besmet raken met de bloedparasiet Babesia canis. Tot op heden is de kans op deze besmetting in Nederland heel klein in vergelijking tot de landen rond het Middellandse Zeegebied, Duitsland en de Balkanlanden.